Wat leert ons de kliniek met betrekking tot het vraagstuk van de psychosen bij kinderen? Welke plaats kan dit concept krijgen binnen de hedendaagse kliniek? En welke repercussies heeft de differentiaaldiagnostiek autisme – psychose voor de behandeling van deze jonge subjecten?

In oktober 1967 vond te Parijs, op initiatief van Maud Mannoni, het tweedaagse congres ‘Journées d’études sur les psychoses chez l’enfant’ plaats. Jacques Lacan hield er de slotrede. En Donald Woods Winnicott liet er zijn bijdrage ‘The aetiology of infantile schizophrenia in terms of adaptive failure’ voorlezen. Hij verwijst naar het gegeven dat hij zo’n veertig jaar geleden zijn standpunt ontwikkelde met betrekking tot deze thematiek. Als kinderarts kwam hij al in aanraking met gevallen van ’vroegkinderlijke psychose’ of ‘vroegkinderlijke schizofrenie’. De ontwikkeling van zijn denken hierover is o.a. beïnvloed door Kanners beschrijving van autisme. Winnicott vraagt zich op dat moment luidop af of het wel zo’n goede zaak is dat Leo Kanner deze gevallen als ‘autistisch’ is gaan benoemen…

Begin de jaren ’80 van de vorige eeuw werd de term ‘infantiele psychose’ geweerd uit de DSM-III, en in de laatste versie van dit handboek is enkel nog ruimte voor ‘Autismespectrumstoornissen’ (ASS). Het is maar de vraag of deze generalisatie heeft geleid tot een beter begrip.

Vertrekkende vanuit de klinische praktijk en gestut door de theorie, hopen we tijdens deze studiedag de deur te openen voor een boeiende uitwisseling en discussie aangaande de psychosen bij kinderen.

Meer info

De folder kan je terug vinden in deze link.