Posted by & filed under Gezelschap, Onthaal, Vorming.

Identiteit en identificatie met en voorbij Lacans negende seminarie (1961-1962)

Woensdag 24 April, 2024

In het negende Seminarie, “L’identification”, in de sessie van 28 maart 1962, heeft Lacan het over twee vormen identificatie, met name de identificatie die ook wel als incorporatie wordt gekenmerkt, en de identificatie die doorgaat onder de modus van de zuivere betekenaar. Bij de laatste vorm maakt Lacans spreken een klein “struikelovertje”, dat hij herpakt in termen van “plutôt”, … “toch niet dit, eerder dat …”. De identificatie onder de modus van de zuivere betekenaar verwijst naar het subject dat de trait unaire op de wereld zet, zo zegt hij eerst. En dan, “plutôt”…, is het de trait unaire die, eens apart gezet, het subject doet verschijnen als de instantie die telt, de instantie die meetelt.

Het gehele seminarie behandelt en bewandelt die beweging van een zogenaamd gecentreerd, beslissend en agerend subject (dat de trait unaire op de wereld zet) – haastig, al te haastig, vertrekpunt – naar een subject dat, in een tweede tijd, altijd retroactief, de maat probeert op te nemen van hoe het uitspreken zelf, met de daarin werkzame driftmatigheid, doorkruisend en knippend is en daarvan de merktekens nalaat in het uitgesprokene. Een trait unaire die zich toont als wat “apart gezet is”, als iets wat over alle hoofden heen beslist is, zet aldus aan tot subjectivering, doet zoiets als het subject verschijnen als wat heftig en haastig bezig is met de zaak samen te rapen, als een instantie die telt en meetelt, die spreekt en meespreekt en die met graagte de merktekens en de betekenaars tevoorschijn haalt om het te zeggen. Niet zonder enige bibbering evenwel, zo blijkt uit de “struikelovers”, de lapsussen, de dromen, … die ons kunnen herinneren dat het misschien net niet die betekenaar of betekenis is, net niet dat woord van de ander. Een verdeeld of gedeeld subject heet het dan, schipperend tussen het uitspreken en het uitgesprokene, verrast door wat vanuit die kloof kan verschijnen.

Deze studiedag staat open voor bijdragen die in brede zin met identificatie te maken hebben. Hoe het tellen en het meetellen, het spreken en het meespreken, de eenheid en de identiteit, het effect van het “altijd al apart gestelde” voor processen van subjectivering en collectivisering, zich manifesteren, zowel op psychisch als op politiek vlak, is wat ons gedurende deze dag zal bezig houden. Vragen rond identiteitspolitiek, persoonlijke identiteit, seksuele- of gender identiteit, … kunnen hier dus allemaal een plaats vinden.

 

Gertrudis Van de Vijver

 

Voor inschrijving en meer informatie: de website van idesça

en de Folder

Opgelet:
Op de folder vind je de juiste prijzen (60€, 50€ voor leden GPP, 10€ voor studenten -26 jaar). In de bevestigingsmail zal je nog ten onrechte de oude prijzen zien staan (50€, 40€, 10€). Gelieve het juiste bedrag over te maken.

De lunch (broodjesmaaltijd met soep) is ook verkrijgbaar in veggie en glutenvrije versie. Gelieve dit te noteren in de ‘opmerkingen’ in het inschrijvingsformulier.

Posted by & filed under Gezelschap, Onthaal, Vorming.

Van (anti)psychiatrie naar geestelijke gezondheidszorg… en de psychoanalyse? De actualiteit van Maud Mannoni

 

Woensdag 27 Maart, 2024

Geestelijke gezondheidszorg is actueel, althans wanneer men afgaat op de nieuwsberichten, waarin het met de regelmaat van de klok opduikt. Nochtans is ons werkveld allerminst nieuw, al kreeg het vroeger andere namen: de psychiatrie, het asiel, … Wat is de motor van dergelijke verschuivende benoemingen, en wat zijn het effect?

De pertinentie van deze vraag neemt niet weg dat de kwestie ultiem telkens opnieuw cirkelt om de vraag wat het is mens te zijn. In het kielzog daarvan duiken andere vragen op. Op welke manier raakt een mens verstrikt in zichzelf en de ander? Moeten we deze bij uitstek menselijk symptomen van aparte pathologische etiketten voorzien, opdat ze hun verondersteld adequate behandeling zouden krijgen? En op welke manier organiseert de hulpverlening zich in deze context? Last but not least stelt zich ook de vraag in hoeverre deze geestige gezondheidszorg de burger in de pas wil laten lopen van de maatschappelijke idealen. Wie is er eigenlijk ziek, en waaraan? Dergelijke kritische vragen hebben enkele decennia geleden onder meer geleid tot de beweging van de antipsychiatrie, die de patiënt als mens in ere wou herstellen. De psychoanalyse kenmerkte zich evenzeer als een kritische stem in deze context, tot op heden: het is geen toeval dat het heel vaak analytici zijn die werken met de mensen die elders uit de boot vallen.

Het is in deze context dat Maud Mannoni (1923-1998) niet onvermeld kan blijven: als analytica hors catégorie liet ze zich inspireren door de antipsychiatrie, zonder de klinische realiteit evenwel uit het oog te verliezen. Vanuit een radicale keuze voor een analytische ethiek poogde ze dit zeer concreet gestalte te geven in het klinisch werken met het psychotisch subject. De recente honderdste verjaardag van haar geboortedag vormt dan ook de ideale aanleiding om haar parcours en de inzet ervan terug in het licht te plaatsen. Samen met haar willen we de vragen van vandaag (her)formuleren, als vragen voor vandaag. Kortom, teruggaan naar een originaliteit, in de verschillende betekenissen, om van daaruit een antwoord te formuleren op wat vandaag op het spel staat in de geestelijke gezondheidszorg. De verschillende sprekers zullen dit doen vanuit een verwevenheid van Mannoni’s teksten met hun eigen actuele klinische werk.

Opgelet:
Op de folder vind je de juiste prijzen (60€, 50€ voor leden GPP, 10€ voor studenten -26 jaar). In de bevestigingsmail zal je nog ten onrechte de oude prijzen zien staan (50€, 40€, 10€). Gelieve het juiste bedrag over te maken.

Voor inschrijving en meer informatie: de website van idesça

en de Folder

Posted by & filed under Cartels, Gezelschap.

Er zijn nieuwe carteloproepen!
Neem een kijkje op de pagina van de cartelwerking voor meer info.

Beste leden, Rachel Vanopstal doet nog een oproep aan geïnteresseerden om deel te nemen aan het cartel ‘Devenir psychoanalyste…et le rester’ van Serge André. Werd eerder in september gedeclareerd maar is niet te laat nog in te pikken nav een deelnemer die niet steeds kan vervoegen. Groet, Piet
Beste leden, Jean-Pierre Van Eeckhout doet oproep voor twee cartels.
“Op 7 en 8 december, Turijn, plaats nog te bepalen, georganiseerd door Sotto la Mole gaat het seminarie door van het I-AEP: Quelles sont les dangers pour la psychoanalyse? Interventies of samenwerking met kartels om tot een interventie te komen zijn welkom. Neem contact op met het secretariaat Uitwisselingen. Een argument en een uitnodiging tot inschrijven (zelfs een preciezere titel voor dit seminarie) moet nog komen. Het staat in ieder geval vast dat de gevaren zowel te omschrijven zijn als gevaren vanuit de externe politieke krachten als vanuit de interne politieke krachten en dat we aandacht hebben voor beide fenomenen.”
“Op 7 en 8 juni 2025, Grenoble, plaats nog te bepalen, georganiseerd door GEPG, gaat het seminiarie door van het I-AEP: Warum krieg? Een reflectie over sociale agressie, oorlog en conflicten in de mondiale wereld (de titel zal zeker nog preciezer worden). Men is uitgenodigd om in een cartel? atelier? werkgroep te stappen die dit voorbereidt via de lectuur van o.a. De la destruction, W. Sebald, die de focus legt op herinneren en vergeten van traumatische geweldservaringen. Andere suggesties zijn welkom.” Groet, Piet

Posted by & filed under Publicaties, Vorming.

Deel twee van de Freudcast!

Freudcast is een achtdelige podcastreeks van Louis De Geest, waarin in hoofdzaak Gentse psychoanalytici in gesprek gaan over hun (passie voor hun) beroep.

De nieuwe reeks start met vijf afleveringen voor de kerstvakantie en drie of meer erna. De 5 afleveringen die dit jaar verschijnen zijn gesprekken met Ariane Bazan, Frederik Van Driessche, Gertrudis Van De Vijver, David Schrans en Joost Demuynck.

Freudcast #10 De Wetenschap Van Het Onbewuste (Ariane Bazan)

Freudcast #11 De Overdracht (Frederik Van Driessche)

 

Louis De Geest is een student psychologie die een podcastreeks heeft gemaakt: Freudcast.
Hij wil daarmee de psychoanalyse op een toegankelijke manier bekendmaken bij studenten en andere geïnteresseerden.

 

Je vindt Freudcast op Facebook of rechtstreeks op Spotify.

 

In de eerste aflevering vertelt psychoanalyticus Dries Roelandts over zijn recente boek, ‘De Gelijkzwevende Aandacht’.
Al snel gaat het over veel meer: over dromen, over wat psychoanalyse is, over waarom iemand in psychoanalyse gaat en wat daar dan gebeurt.

Freudcast #2: Psychoanalyse en wetenschap (Erwin Legiest)

Freudcast #3: De frequentie van een analyse (David Blomme)

Freudcast #4: Het verlangen van de analyticus (Huguette Raes)

Freudcast #5: Het werk van Jacques Lacan (Abe Geldhof)

Freudcast #6: Kunst, psychose en het analytisch discours (Stijn Van Heule)

Freudcast #7: Psychiatrie op drift (Evi Verbeke)

Freudcast #8: De vroege Freud (Veroniek Knockaert)

Freudcast #9: Bonus aflevering over Lacan (Miel Dewitte)

Posted by & filed under Vorming.

Wat spreekt? Over de stem als funderende breuklijn tussen subject en Ander

 

Woensdag 28 Februari, 2024

De hallucinatie in de psychose, de stem van het geweten en de ‘plicht’ tot gehoorzaamheid, de stem van patiënt of burger en het recht op spreken, de muzikale betovering of de onweerstaanbare klank van een stem, de impact van stilte, het mutisme als symptoom of omgekeerd de klacht niet gehoord te worden, …: stemmen dus, in meervoud. Een vermenigvuldiging die het enigmatische van de stem, enkelvoud, niet kan wegmoffelen – wel integendeel. Het zet de vraag wat spreekt? op scherp, en daarmee de absolute vreemdheid die ervan uitgaat.

Klinisch is het vraagstuk van de stem daardoor alomtegenwoordig, wat ze niet minder ongrijpbaar maakt: de stem als onherroepelijke alteriteit van wat zich zegt, zo zal Lacan poneren. Hij promoveerde de stem tot één van de objecten a – naast het orale, het anale en het scopische object. Het toont de verbinding van de stem met het lijf en meer in het bijzonder met de gaten daarin, gaten waarin de drift zich nestelt en waarvan het oor het belangrijkste is – dixit Lacan. Met de verwijzing naar het (al dan niet derde) oor zitten we natuurlijk ook in het spoor van Theodor Reik, Lacans voorloper in deze thematiek.

De stem heeft niet alleen haar plek in de muziek, maar ook in de andere kunsten: denken we maar aan De schreeuw van de schilder Edvard Munch of aan de romans van zijn landgenoot Jon Fosse, die halsstarrig zoekt naar de stilte van de stem. Ook in de mythologie duikt ze op, via de nimf Echo, haar collega Eurydice, of de geduchte Sirenen. Wat de hedendaagse cultuur betreft kunnen we niet naast de alomtegenwoordigheid van de zogenaamde ‘oortjes’ kijken, of het populaire fenomeen van de podcast.

En toch blijft als refrein gonzen, ook in het klinisch werk: wat is een stem? Één vraag, vele antwoorden. Voor elk van ons. Kortom, in de woorden van Solal Rabinovitch: “La voix est une faille. Les voix la comble”. En toch weer niet.

Opgelet:
Op de folder vind je de juiste prijzen (60€, 50€ voor leden GPP, 10€ voor studenten -26 jaar). In de bevestigingsmail zal je nog ten onrechte de oude prijzen zien staan (50€, 40€, 10€). Gelieve het juiste bedrag over te maken.

Meer info op de website

Posted by & filed under Vorming.

Idesça nodigt jullie graag uit op de studiedag van 6 december 2023 van 9u-17u

De kliniek van het eten en de psychoanalyse

 

Folder (papieren folders zijn te bekomen via Wim Galle)

Argument:

Vanaf het prille mensenleven en vanaf de vroege psychoanalytische theorie is eten geseksualiseerd. Orale lust leunt aan bij de levensnoodzakelijke lichaamsfunctie van voedselopname. De mond is een erogene zone en Freud doopt het eerste object, de moederborst tot oraal object.

De kliniek van het eten is een kliniek van het object. Er kan geweigerd en verzwolgen worden. Er kan een veel teveel zijn, een veel te weinig, er kunnen niet eetbare objecten gegeten worden, er kan helemaal niets gegeten worden, en zelfs hét niets is eetbaar.

In de kliniek van het eten krijgt het object, het niets dat dit is, voor Lacan een centrale plaats. Ook zijn theorievorming over behoefte, vraag en verlangen vormt een oriënterend instrument in deze klinische fenomenen. Denken we maar aan Freuds droom van de mooie beenhouwerin die vraagt haar hongerig verlangen niet in te willigen en het zo te bestendigen.

Maar voorbij de neurotische dialectiek doemt bij eetproblemen zeker ook de dimensie van het genot op. Zowel neurotische als psychotische patiënten zijn vaak hardnekkig gehecht aan hun eetsymptoom en stellen herhaaldelijk vragen, uitdagingen en limieten aan hun behandelaars. Hoe gaat die om met subjecten die schijnbaar onbevreesd de grens van leven en dood opzoeken?
Kan hij daarbij zijn eigen angsten de baas blijven? De kliniek van het eten is zeker ook een kliniek van de angst. Waar die soms lijkt te ontbreken bij de patiënt zelf, duikt de angst des te meer op in diens omgeving : bij de ouders, en dus ook bij de hulpverlener.

De kliniek van het eten verplicht, zoals steeds in de psychoanalyse, zeker ook de analyticus zichzelf te bevragen.

Website idesça

Posted by & filed under Gezelschap, Onthaal, Vorming.

Beste,
Het Vormingsinstituut van het Gezelschap voor Psychoanalyse en Psychotherapie nodigt u uit op de jaarlijkse info-avond, die zal doorgaan op woensdag 27 september 2023 in het Museum Dr. Guislain om 20u. Na kort te schetsen waarvoor het Vormingsinstituut staat, presenteren de verantwoordelijken hun seminaries en is er mogelijkheid om vragen te stellen en te dialogeren. Afsluiten doen we met een receptie.
We hopen u in groten getale te mogen verwelkomen!
hartelijke groet,
Vormingsinstituut voor Psychoanalyse & Psychotherapie

Posted by & filed under Vorming.

Idesça nodigt jullie graag uit op de studiedag van 22 maart, van 09:00 tot 17:00u, met als thema “Klinisch werk, wat is dat eigenlijk”.

Folder  (papieren folders zijn te bekomen via Wim Galle)

Argument:

“De kliniek, wat is dat eigenlijk? Het is een vraag die ons op een onverwacht moment toewaaide, maar zeer pertinent is. We mogen ze dan ook niet zomaar van tafel vegen, wel integendeel: misschien nog meer dan ‘de psychiatrie’ of ‘de geestelijke gezondheidszorg’ is ‘de kliniek’ een notie die we moeten koesteren – met name door ze vanuit de psychoanalyse blijvend te ondervragen. Het is een concept dat onlosmakelijk verbonden is met deze van de logica van het subject, de ethiek die deze ondervraging schraagt en de concrete positie die we van daaruit innemen. Het vormt in die zin evenzeer een verzetsbeweging tegen alle tendensen die dit klinisch werk willen reduceren tot een louter praktische of bureaucratische kwestie van (al dan niet beschikbare) bedden, van wonen of werken, van netwerkoverleg,… Het behoedt ons ook voor een vorm van idealisering die haaks staat op het werk van alledag – dat eerder gekleurd wordt door een precair zoeken zonder zekerheden en het telkens opnieuw iets proberen uitvinden.
 
Dat is dan ook de inzet van deze studiedag: de vraag naar wat dit dan precies kan zijn, klinisch werk – binnen én buiten de zogenaamde muren van ‘het ziekenhuis’. Wat staat er werkelijk op het spel? In de voormiddag spitsen we de vraag omtrent het klinisch werk vooral toe op de kliniek van de crisis. Aanleiding daartoe is de publicatie in vertaling van Een divan op de psychiatrische spoeddienst (2023) – waarbij we uiteraard de tijd nemen om het boek zelf voor te stellen. Zowel de oorspronkelijke auteur (Bernard Delguste) als de vertalers brengen ook een eigen bijdrage. De namiddag maakt dan weer duidelijk dat de basisvraag van onze studiedag zich allerminst beperkt tot crisiswerk of het zogenaamde klassieke therapeutische werk, maar altijd opnieuw aan de orde is: in een context als beschut wonen, in een psychosociaal centrum, in het werk als ‘sociale dienst’, … De diverse sprekers getuigen elk op hun eigen terrein van een klinische finesse in deze.”

Posted by & filed under Geen categorie, Vorming.

De nieuwe studiedag van Idesça, “Encore, 50 years later…”  gaat door op 19 april 2023 in het CCM Meulestede.

De sprekers zijn Alenka Zupančic, Jelica Riha, Gertrudis Van de Vijver, Marc De Kesel, Arthur Sollie en Christian Fierens.

Meer informatie vind je in de folder. Inschrijven kan via de website van Idesça.

Hieronder het argument van de studiedag:

Encore, 50 years later…

In 1972-1973, Lacan gave his 20th seminar, for an audience steadily growing in number, causing, so it seems from listening to the audio-recordings, some fatigue and even, at times, some despair on his part. The effort made by Lacan is quite impressive – during this seminar he is paying his price by trying to articulate something about the sexual relationship and its impossibility. What is there to say, from an experience that is to be called psychoanalytical, about that which makes us be driven to enjoy, again and again? How to speak adequately about sex, its relation to pleasure, pain, enjoyment? How to avoid the traps of popularity, of paternalism, of moralization? And above all: how to pass on the delicate and inevitably singularly anchored analytical experience to future analysts? That is the difficult exercise Lacan here takes up.

His choice is to approach the sexual relationship (and its impossibility) as a concept, something involving a logics, that is, a particular organization of discourse that demands articulation. No issues with sexuality without discourse, so we can say. Lacan’s formulas of sexuation have to be understood against this background: they are about logical positions that allow, or don’t allow, for ways of making an “all”, a collectivity, a group, and they assume a body, with its sexual energy, its libido, operative through partialized points of access to jouissance. In this, classical philosophical discussions and dichotomies about substance and attribute, about function and object, about being and appearing, … demand some subversive revisiting.

The way in which Lacan is not backing down from this exercise is promising as well as challenging, not just for those who, today, are moved and motivated by pressing diversity- and gender struggles, but also for philosophers, psychoanalysts and clinicians who are willing to open up their conceptual repertoires for that which appears as escaping, again and again, “encore” and “en-corps”.